Demovelden
Op drie verschillende locaties liggen ook dit jaar een demoveld met robuuste aardappelrassenrassen. De bijeenkomsten worden door Bionext (de ketenorganisatie van de biologische landbouw en voeding) in samenwerking met de regionale biologische telersverenigingen georganiseerd. Deze week was de aftrap van de 3 bijeenkomsten op het bedrijf van Kees van Beek (Biotrio) in Langeweg, een bijeenkomst voor biologische telers en andere belangstellenden in het Zuid Westen. De gedemonstreerde rassen zijn weerbaar tegen de schimmel Phytophthora en worden zowel voor de biologische- als voor de gangbare teelt in Nederland en in vele andere landen geïntroduceerd. Een aantal hebben hun weg in de markt al gevonden. Totaal is er van de weerbare/robuuste rassen, met een resistentie gen tegen Phytophthora, meer dan 1200 ha pootgoed aangegeven in Nederland.
Biologische teelt
Telers hebben volop belangstelling voor de nieuwe robuuste aardappelrassen omdat Phytophthora de opbrengst en kwaliteit aanzienlijk kunnen reduceren. Dit jaar is er door de droge omstandigheden nog nauwelijks aantasting te vinden van de Phytophthora schimmel. De druk neemt de laatste dagen wel toe. Onder infectieuze omstandigheden kan de schimmel snel om zich heen slaan en veel schade aanrichten. De gevolgen zijn dus, een lage oogst en veel rot in de geoogste partijen, welke vervolgens niet bewaard kunnen worden.
Veredeling op Phytophthora resistentie
Op de aardappelkweekbedrijven krijgt Phytophthora resistentie veel aandacht binnen het veredelingsprogramma. Vanuit diverse wilde soorten worden er resistentiegenen in de huidige cultuuraardappel gekruist. Dit is een lang proces maar uit wilde bronnen komen er in een snel tempo rassen op de markt. Tot een paar jaar geleden zagen we op de demovelden hoofdzakelijk rassen geschikt voor de retail markt. Inmiddels worden er voor alle sectoren rassen geïntroduceerd. Op de demovelden staan dit jaar 30 rassen (totaal zijn er meer dan 40 beschikbaar) waarvan er 10 geschikt zijn voor frites en 4 voor de chipsmarkt. In het tafelsegment worden er zowel vastkokende- als kruimig kokende rassen aangeboden.
Een robuuste teelt
Om de rassen toekomstbestendig te maken is het nodig om rassen te kweken die een combinatie van eigenschappen in zich hebben. Stress bestendige rassen helpen mee om een oogstzeker gewas te telen. Een belangrijke voorwaarde om een aardappelgewas zonder stress te telen is een bodem waar de wortels in aerobe omstandigheden zonder belemmering hun weg kunnen vinden. Als daarnaast de diverse andere randvoorwaarden zoals een goede rugopbouw, voldoende water, mineralen en temperatuur aanwezig zijn, zal de plant zonder stress kunnen groeien en daardoor minder snel ziek worden. Resistentiegenen tegen Phytophthora leveren naast de genoemde diverse teeltaspecten een belangrijke toegevoegde waarde.
Convenant
In november van het afgelopen jaar is er onder regie van Bionext, de brancheorganisatie binnen de biologische sector, een 2e convenant getekend. Het convenant is zowel door de biologische telers, kwekers, handel en verwerking als door de retail sector ondertekend. Er zijn in het convenant voor alle ketenpartners verschillende doelstellingen opgenomen om een breder aanbod aan weerbare/ robuuste aardappelrassen te realiseren.
Marktintroductie
De gekweekte robuuste rassen vergroten de oogstzekerheid en daardoor het rendement in de biologische teelt. Echter het grootste gedeelte van het geteelde pootgoed wordt gangbaar afgezet. Inmiddels hebben verschillende rassen in de diverse exportmarketen hun weg gevonden. Zowel de Nederlandse-als buitenlandse telers zien het voordeel van de Phytophthora resistente rassen. Samen met een beslissingsondersteunend systeem (BOS) kunnen bespuitingen tegen de schimmel worden uitgesteld met als gevolg minder gewasbeschermingsmiddelen en lagere kosten. Door het telen van robuuste rassen met een vroege knolzetting (relatief kort groeiseizoen), weerbaar tegen ziekten en plagen, een goede opbrengst en voldoen aan de eisen van de markt, wordt in de diverse klimaten het rendement in de aardappelteelt vergroot.
De handelshuizen doen er goed aan om de rassen niet te vroeg te introduceren. Het is belangrijk om zowel voor de pootgoed- als de consumptieteler een goede rasbeschrijving te ontwikkelen. Dit vraagt om een gedegen beproevingsschema uitgevoerd over diverse jaren. Daarnaast moet er voor een vlotte marktintroductie voldoende kwalitatief goed pootgoed aanwezig zijn.
Resistentiemanagement
Om over een langere periode gebruik te kunnen maken van de geïntroduceerde genen is het belangrijk dat telers hier zorgvuldig mee omgaan. We noemen dit resistentiemanagement. Welke maatregelen moet de teler hiervoor nemen? Poten van gezond uitgangsmateriaal, bestrijden van opslagplanten, afdekken van de afvalhopen en afwisselen van rassen met de diverse resistentie genen. Een onderdeel wat nog wel eens wordt vergeten, en zeker niet onbelangrijk, is het voorkomen van mutaties van de schimmel. Bij aantasting in het veld zijn er veel schimmelsporen aanwezig. Deze sporen kunnen zich aanpassen en dus mutaties veroorzaken waardoor de gecreëerde resistentie door de schimmel wordt doorbroken en niet meer werkt. Bij een aantasting in het veld moet de haard of soms het loof van het gehele perceel zo snel als mogelijk worden vernietigd. Dit voorkomt dat de schimmel zich verder verspreidt. Vanuit de wilde soorten zijn maar een paar resistentiegenen beschikbaar, dus daar moeten we zuinig op zijn.
Demo bijeenkomsten
De komende week worden er nog twee bijeenkomsten georganiseerd. Op maandagavond 24 juli bij de SPNA en op 26 juli bij Erf BV in Zeewolde.